3/10
  • Pages
  • Editions

Update 2023

Ontwikkelingen in een onrustige en snel veranderende wereld


Het ontgaat niemand dat we in onrustige en snel veranderende tijden leven. Van coronapandemie zijn we naar oorlog, inflatie en energiecrisis gegaan en de klimaatverandering versnelt zich. Voor veel mensen en sectoren zijn het onzekere en moeilijke tijden. Dat raakt ons ook als pensioensector. We zijn immers nauw betrokken bij onze deelnemers, gepensioneerden en werkgevers. Deze ontwikkelingen en de volatiliteit daarvan, leveren ook voor onze sector extra uitdagingen op.

In de Meerjarenagenda 2022-2026 noemen we al een aantal grote veranderingen die relevant zijn voor de pensioensector. Een van de belangrijkste is de nieuwe pensioenwetgeving. Daarnaast ook: persoonlijkere en flexibelere dienstverlening, versnelde digitalisering, een bredere maatschappelijke rol voor pensioenfondsen, verdere marktverschuivingen en toenemende Europese invloeden. Al deze thema’s blijven het komende jaar actueel en relevant. Tegelijkertijd zijn er nieuwe ontwikkelingen die onze aandacht vragen. Op een aantal daarvan en hun mogelijke impact gaan we hier nader in: inflatie, energiecrisis, arbeidsmarktontwikkelingen en (uiteraard) de nieuwe pensioenwet. Inflatie Door de stijgende rente staan de dekkingsgraden van de meeste fondsen er een stuk beter voor dan tijdens en zelfs vóór de coronapandemie. Daar komt bij dat met de versoepeling van de regels in juli 2022, veel gepensioneerden zien dat indexering na lange tijd weer mogelijk is. Dat is goed nieuws! Voor de meeste van hen zal dat de eerste keer zijn sinds de kredietcrisis van 2008. De verhoging is bovendien meer dan welkom nu het dagelijks leven door de hoge inflatie een stuk duurder is geworden. Pensioen is immers bedoeld om inkomen na pensionering te hebben dat vergelijkbaar is met de periode daarvoor, dus er is ons als sector veel aan gelegen om dat te realiseren. Tegelijkertijd is er ook zorg in onze sector over hoe de inflatieontwikkelingen in 2023 verder gaan uitpakken. Door de hoge prijzen zijn er bedrijven die het moeilijk hebben. Het is afwachten wat dat doet met het aantal faillissementen. Het kan gevolgen hebben voor het innen van pensioenpremies. We zien ook dat de verwachtingen over indexatie hooggespannen zijn bij gepensioneerden. Voor hen is het een belangrijke compensatie voor de gestegen prijzen. In 2023 kunnen de meeste pensioenfondsen gelukkig opnieuw indexeren, maar enige tempering van de verwachtingen is ook nodig. Bij hoge inflatie zullen prijsstijgingen niet volledig gecompenseerd kunnen worden zonder dat het gevolgen heeft voor de evenwichtige verdeling over werkenden en gepensioneerden. Uit de stresstest van DNB blijkt dat pensioenfondsen ook in het geval van een flinke recessie de pensioenen kunnen blijven betalen. Dat is uiteraard een geruststelling, maar neemt niet weg dat we de vragen en zorgen van deelnemers, gepensioneerden en werkgevers zo goed mogelijk willen beantwoorden. De Pensioenfederatie en haar leden zullen de komende tijd extra aandacht besteden aan communicatie hierover met alle doelgroepen. Energiecrisis en maatschappelijk verantwoord beleggen Door de oorlog in Oekraïne en geopolitieke spanningen, zien we ook een impact op het maatschappelijk verantwoord beleggen. De (extreem) hoge energieprijzen en onzekerheid over energielevering zetten eerdere maatschappelijke besluiten, zoals het uitfaseren van kernenergie en fossiel, in een ander daglicht. Ook zien we dat crises kan leiden tot politieke oproepen aan de sector om in specifieke zaken te investeren, zoals de oproep om te investeren in wapens. Maatschappelijke discussies en ook crises raken zo aan het beleggingsbeleid van pensioenfondsen. Als lange termijn beleggers maken pensioenfondsen afwegingen in het belang van hun deelnemers. Maatschappelijk verantwoord beleggen met goed rendement voor deelnemers is het uitgangspunt. We zien de toenemende urgentie om afwegingen vaker over het voetlicht te brengen bij een breder publiek. Arbeidsmarktontwikkelingen De afgelopen jaren zien we flinke veranderingen op de arbeidsmarkt: nieuwe manieren van werken, technologisering, een groot aantal zelfstandigen, hybride werkvormen. Die veranderingen op de arbeidsmarkt zijn ook steeds meer merkbaar voor de pensioensector: het aantal zelfstandigen is in diverse sectoren flink toegenomen; de huidige werkingssferen van verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfondsen sluiten niet altijd meer goed aan op ontwikkelingen in sectoren; een deel van de opdrachtgevers merken individuele dienstverleners onterecht aan als zelfstandige in plaats van werknemer en er is nog steeds een omvangrijke witte vlek aan werknemers die geen pensioen opbouwen. De aanstaande Wet toekomst pensioenen en de arbeidsmarkthervormingsplannen van het kabinet bieden komende jaren momentum om pensioenopbouw voor meer werkenden te kunnen realiseren. In de recent aangekondigde kabinetsplannen voor hervorming van de arbeidsmarkt is veel aandacht voor de aanpak van schijnzelfstandigheid. Het vermoeden is dat een aanzienlijk deel van de zelfstandigen eigenlijk werkzaam is in een arbeidsrelatie. In de kabinetsplannen is aangekondigd dat het moratorium op handhaving van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties in 2025 wordt opgeheven. De aandacht voor schijnzelfstandigheid sluit aan bij Europese wetgevingsplannen om de arbeidsvoorwaarden bij platformwerk te verbeteren. Aangezien pensioenfondsen mede handhaven op schijnzelfstandigheid ten behoeve van de aansluiting op een pensioenregeling, is het van belang dat nieuwe maatregelen in zowel Europa als Nederland ook voor pensioenfondsen passend zijn. Nieuwe pensioenwet De Wet toekomst pensioenen wordt verwacht op 1 juli 2023 in werking te treden. Een belangrijk moment want hiermee kunnen we verbeteringen doorvoeren voor miljoenen Nederlanders. Met deze vernieuwingen willen we bewerkstelligen dat huidige en toekomstige generaties kunnen blijven rekenen op een goed pensioen. De inwerkingtreding van de wet is een half jaar uitgesteld, maar samen met de pensioenfondsen van Nederland werken we in volle vaart door aan alle nodige voorbereidingen. De transitie biedt bij uitstek gelegenheid om in te zetten op communicatie met en activatie van deelnemers. We willen hen zo goed mogelijk meenemen op weg naar die DC-omgeving. Het is een belangrijk onderdeel van hun financiële toekomst. Dat is ook van belang voor draagvlak en vertrouwen. Het zou mooi zijn als we met name deelnemers meer betrokken krijgen bij hun pensioenopbouw. Zeker nu dat een meer individuele invulling krijgt. Dat zien wij ook als een belangrijke opdracht voor de Pensioenfederatie om daar samen met de pensioenfondsen de komende jaren vorm aan te geven.